In de herfst van 1930 besloot de historicus en filosoof Will Durant vanuit New York een brief te schrijven aan de grote schrijvers, denkers en wetenschappers van zijn tijd: van Mohandas Gandhi en Mary E. Woolley tot H.L. Mencken en Edwin Arlington Robinson. Hij vroeg hoe zij zin en betekenis gaven aan hun leven in deze tumultueuze periode van de geschiedenis.
‘Wilt u uw werk voor een ogenblik neerleggen,’ zo begon Durant zijn brief, ‘en met mij meedoen aan het spel van de filosofie? Ik stel mezelf een vraag die onze generatie, misschien wel meer dan ooit tevoren, steeds weer stelt maar niet lijkt te beantwoorden: Wat is de zin of de waarde van het menselijk leven?’ Durant nam de antwoorden die hij kreeg op in een boek, On the Meaning of Life, dat in 1932 werd gepubliceerd.
Durant vraagt zich in zijn brief af waarom in zijn tijd zoveel mensen het gevoel hadden dat ze in een existentieel vacuüm leefden. Duizenden jaren lang had men geloofd in een transcendente en bovennatuurlijke werkelijkheid, die bevolkt werd door goden en geesten en achter de zintuigelijke wereld van onze alledaagse ervaring ligt. Mensen voelden geregeld de aanwezigheid van deze spirituele werkelijkheid, die de gewone wereld zin gaf. Maar, zo schreef Durant, de moderne filosofie en wetenschap hebben ons laten inzien dat het geloof in zo’n wereld – die we niet kunnen zien of aanraken – op zijn best naïef is, een kwestie van bijgeloof. Dat heeft geleid tot een wijdverspreide onttovering van de wereld.
Door de grote geesten van zijn tijd te schrijven probeerde Durant een antwoord te zoeken op het nihilisme van zijn tijd. Durant smeekte de grote denkers om een antwoord. Zijn vragen zijn vandaag de dag actueler dan ooit. De wanhoop en misère nemen niet alleen toe, maar zijn een plaag geworden.
In een studie uit 2004 van Shigehiro en Oishi van de University of Virginia en Ed Diener van Gallup werden bijna 140 000 mensen uit 132 landen gevraagd of ze het gevoel hadden dat hun leven betekenis had, of een doel. De onderzoekers analyseerden de gegevens per land, en legden een verband tussen de mate van geluk en zin, en variabelen zoals volksgezondheid, suïcidecijfers en andere sociale factoren.
Welvarend, maar niet gelukkig
Hun bevindingen waren verrassend. Mensen in rijkere delen van van de wereld, zoals Scandinavië, bleken gelukkiger dan mensen in armere delen, zoals Afrika ten zuiden van de Sahara. Maar als mensen gevraagd werden naar zin en betekenis in hun leven, zag het resultaat er heel anders uit. Welvarende plaatsen zoals Frankrijk en Hongkong scoorden laag als het ging om zin, terwijl arme landen zoals Togo en Niger de hoogste scores noteerden, ook al behoorden de inwoners van die landen volgens hun studie tot de ongelukkigste van de wereld.
Een van de meest verontrustende bevindingen betrof het aantal zelfdodingen. In de meer welvarende landen, zo bleek, lag het aantal veel hoger dan in armere landen. Het aantal zelfdodingen in Japan, waar het BNP per inwoner 34 000 dollar is, lag meer dan tweemaal zo hoog als in Sierra Leone, waar het BNP per hoofd van de bevolking 400 dollar is.
Toen ze de getallen nauwkeuriger analyseerden ontdekten ze een opvallende trend: het aantal gelukkige of ongelukkige mensen heeft geen voorspellende waarde inzake zelfdoding. Maar een variabele die wel relevant blijkt, is zin – of preciezer gezegd, het ontbreken van zin. Landen die wat zingeving betreft het laagst scoren, zoals Japan, behoren tot de landen met de hoogste suïcidecijfers.
Uit onderzoek blijkt dat vier van de tien Amerikanen nooit echt een doel in hun leven konden ontdekken. En bijna een kwart van de Amerikanen – ongeveer honderd miljoen mensen – heeft niet echt het gevoel dat hun leven zin heeft.
De oplossing voor dit probleem is natuurlijk niet dat de Verenigde Staten moeten worden zoals Sierra Leone. Moderniteit heeft haar voordelen, hoewel het leven erdoor van zijn zin kan worden beroofd. Maar hoe kunnen mensen in onze samenleving dan toch levensvervulling vinden? Als we de kloof tussen een zinvol bestaan en het moderne leven niet weten te overbruggen, zal de cultuurstroom waarin we ons bevinden grote offers blijven vragen.’
Passage uit 'De kracht van betekenis' van Emily Esfahani Smith