Huisdichter Jens kroop in zijn pen om te verwoorden wat hij verstaat onder prestratiedruk en mentaal welzijn.
Wat van me overblijft
Mijn hoofd staat te kook op het vuur
In mijn nek brandt de hete adem
Van elk uur mijn handen zweten
Tijd is geld zal je weten
Stress zit aan mij te vreten het bijt
Het zit niet in mijn koude kleren
Een held op sokken is wat van me overblijft
Hij gaat gebukt onder prestatiedruk
Hij moet trainen om te overleven
Krijgt een dikke huid om niets
Te hoeven voelen een koele kikker
Die gevoelens en zichzelf uitsluit
De samenleving schrapt samen leven
Systemen straffen falen en mensen
Uiteindelijk beven we niet van de kou
Nee, omdat de maatschappij op z’n minst
De winst van de jagende kudde wou