Het opzet lijkt eenvoudig: een groepje van zo’n 5 tot 12 mensen komt regelmatig samen. De begeleider leest een kortverhaal en een gedicht voor onderbreekt het verhaal met open vragen en soms ook gewoon met stilte.
Zo ontstaat er een gesprek. De deelnemers reflecteren over wat het verhaal met hen doet. Of luisteren gewoon naar de anderen. Boeiend wordt het wanneer je merkt dat die ander een andere ervaring heeft of de tekst anders beleeft .Dat zorgt voor een fijn groepsgevoel En voor waardevolle gesprekken. De leesgroepen worden zo plaatsen waar je de tijd neemt om echt even stil te staan bij een tekst en te praten over de dingen die er echt toe doen in het leven.
Samen lezen is er voor iedereen. Vanuit Avansa Limburg hebben we extra aandacht voor kwetsbare mensen die niet allemaal toegang hebben tot literatuur. Zo lezen we o.a. in de gevangenis van Hasselt, in een psychiatrisch ziekenhuis, met mensen uit een armoedevereniging en sinds kort ook voor (ex)-kankerpatiënten.
Avansa Limburg vzw is lid van het Lezerscollectief, een netwerk van leesbegeleiders in Vlaanderen, dat leesbijeenkomsten organiseert voor mensen die moeilijk toegang hebben tot literatuur, onder meer gevangenen, mensen met psychische problemen en mensen in armoede. Volg deze link voor meer info.
Samen lezen gebruikt een methode die ontwikkeld werd door de Britse Jane Davis, oprichtster van The Reader Organisation. Bekijk hier een filmpje van haar:
“Vandaag lezen we een verhaal van de Britse Joanne Harris ‘Thee drinken met de vogels’. Een prachtig verhaal dat gaat over eenzaamheid, anders zijn, slapeloosheid, maar ook over anonimiteit en communicatie. Een verhaal waarin twee mensen aanvankelijk niets met mekaar willen te maken hebben, maar nadien toch toenadering zoeken en er innerlijk rijker van worden.
Voor we beginnen, telt N. snel de 12 pagina’s, die we vanavond samen gaan lezen. ‘Amai, da’s een lang verhaal’. Ik stel haar echter gerust en met volle moed beginnen we eraan.
‘Sommige mensen houden hun hele leven hun blik op de grond gericht. Anderen dromen ervan te kunnen vliegen’.
We lezen het verhaal in stukjes. Na een stuk pauzeren we even en reflecteren we over wat we gelezen hebben. Zouden we zelf graag wonen in de buurt waar het hoofdpersonage woont? ‘Neen’, zegt M. nogal resoluut. ‘Het lijkt er een beetje triestig. En de mensen die er wonen, kennen mekaar niet echt’. J. is het er niet mee eens: ‘Ik begrijp het wel. Ik vind het ook fijn om me thuis gewoon terug te kunnen trekken. Ik wil ook liever met rust gelaten worden.’ Net zoals het hoofdpersonage. En zo gaat het steevast in onze leesgroep. Mensen herkennen of identificeren zich met de personages of ook net niet.
We lezen het stuk verder. Wat aanvankelijk een moeilijk verhaal bleek, is toch eigenlijk wel spannend en voert de hele groep mee. We willen graag weten hoe het afloopt. En hoe het personage verder zal reageren. We discussiëren erover of dit typische reacties zijn voor vrouwen, zoals A. zegt. Ik ben tevreden als na een uurtje A. zegt: ‘Eigenlijk vind ik het wel een heel mooie tekst’. ‘Ja’, bevestigt M., ‘maar vorige week vond ik het toch beter.’ En ook dat is goed, dat iedereen de kans krijgt om zijn eigen voorkeuren van verhalen en teksten te leren kennen.
We hebben nog even tijd om een bijpassend gedicht te lezen. Dat is vandaag ‘Dingen’ van Jiri Wolker, een gedicht uit het begin van vorige eeuw. We hebben het over het belang van dingen en voorwerpen in ons leven. Of hoe ze net niet belangrijk zijn.
Alle geplande bijeenkomsten van onze leesgroepen, zie je op de projectpagina.