Willy Miermans is professor-emeritus mobiliteitswetenschappen aan de UHasselt. Vormingplus vroeg hem: wat leert de coronacrisis ons over mobiliteit? Hij antwoordt in dit opiniestuk.
Lockdown: een maatschappelijk experiment
We maken deel uit van een ongekend maatschappelijk experiment: een lockdown. Op enkele dagen tijd heeft het coronavirus onze samenleving half stil gelegd en miljoenen mensen in en aan huis gekluisterd. Het opmerkelijke is dat de “dwarse, regel-schuwe Vlaming” heel gedwee meegaat in de strenge richtlijnen, die goedkeurt en zelfs zondaars sociaal afkeurt over zogenaamd “asociaal en gevaarlijk” gedrag. We vragen naar harde boetes, geschreven met drie cijfers.
Stel je voor. We maken mee dat de Vlaming luistert naar overheidsrichtlijnen, in de rij zijn beurt afwacht, sociale afstand houdt, enkel essentiële verplaatsingen maakt. Wonderlijk. Experts worden geloofd. Meer zelfs, onze politici schuilen wat graag achter de brede rug van de Marc Van Ransten van onze samenleving. Tot 14 dagen geleden was het anders, ik ben eufemistisch.
Waarom lukt dat nu wel? Heel eenvoudig. Het gaat over onze gezondheid, leven en dood. Het gevaar is wel onzichtbaar, maar krijgt een gezicht in onze directe nabijheid. Iedereen kent wel iemand die… De beelden uit Italiaanse ziekenhuizen hebben de laatste non-believers de mond gesnoerd. Het gigantische bochtenwerk van de Trumps, Johnsons, Ruttes, De Wevers, … is om nooit te vergeten.
Effecten van social distancing
De effecten van die gedragsverandering zijn onmiskenbaar en massaal zichtbaar. Het autoverkeer is gedecimeerd, de files onbestaand, de wegen leeg. Onze lucht zuivert met de dag, de emissieverminderingen halen de afspraken van Parijs nu wel.
Natuurlijk willen mensen naar buiten – het is ook nog zonnige lente geworden – als ze tot een huis-cocoon gedwongen zijn. Maar de eisen van “social distancing” – we leren snel nieuwe begrippen – leiden helaas tot een verbod op “samenscholing” – weer een oorlogsterm – in de openbare ruimte. Helaas gaan parken, speeltuinen en natuurgebieden dicht.
Zinloos dilemma: economische groei vs. duurzame mobiliteit
Wat betekent dat voor mobiliteit en openbare ruimte in de toekomst? Ons gemotoriseerd verkeer is quasi stilgevallen. Geen wonder, onze economische en sociale wereld ook. Als cafés terug open gaan krijg je aan de toog zeker de wijsheid mee dat we “nu gezien hebben dat economische recessie en verkeersvermindering samen gaan”, in de twee richtingen. Het zinloze dilemma tussen economische groei en duurzame mobiliteit zal – helaas – versterkt uit de crisis komen. Onterecht. Wat we nu kunnen zien is dat de spreidstand tussen “essentiële” verplaatsingen en wat we doorgaans op onze wegen geteld hebben immens groot is. Verkeerstellingen en file-lengtes zijn m.a.w. geen uitgangspunt voor beleid. Je telt gewoon heel veel “rommel-verplaatsingen”.
Natuurlijk gaan we meer autoverplaatsingen zien terugkomen na corona, maar even duidelijk blijkt hoeveel van die – vroeger – zogenaamd “onmisbare” autoritten vervangen kunnen worden of zelfs absoluut onzinnig waren. Nu blijkt telewerken massaal te kunnen, teleconferenties efficiënte werkvormen te zijn, … En we genieten van de rustige straten en pleinen. Alleen zonde, die social distancing.
Goede wil volstaat niet
Gaan we deze les van rust, wandelen, fietsen en overbodigheid van veel autoverkeer onthouden en – hier gaat het om – blijvend handhaven? Niet zonder de rugdekking van overheidsmaatregelen en ingebouwde weerstanden om “ons tegen onze zin gelukkig te maken”. Rekeningrijden, circulatie- en parkeermaatregelen zullen nodig blijken en blijven om die omgevingskwaliteit te handhaven. Goede wil volstaat niet, want dan erodeert dat goed gedrag door de freeriders die zich daar geen bal van aan trekken. Ook dat heeft corona geleerd in Italië, Nederland, …
“Blijf in uw kot”. Treffender kan je het niet verwoorden. We doen dat, lockdown. Dan is de behoefte om te bewegen, frisse lucht te ademen, iets van de wereld te zien, … enorm groot. Logisch. Mensen wandelen, fietsen, spelen, … buiten. In de tuin, als die er is. Maar zeker ook op straten, pleinen, speeltuinen, in parken, natuurgebieden. Zoals eerder gezegd, door social distancing worden de meest attractieve plekken paradoxaal genoeg gesloten wegens te risicovol. Slachtoffer van het eigen succes, heet dat.
Kwaliteit van de openbare ruimte
Wat leren we hieruit? Niet dat we de ontstedelijking moeten verderzetten in Vlaanderen. Ieder zijn scharrelweide als antigif tegen de ellende van de torenhoge woonkazernes à la China, … In de kranten en sociale media duiken die stellingen al op, reken maar. Wel dat we – ook in de centra en bij hogere dichtheid – veel meer zorg moeten dragen voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Overal moet je kunnen wandelen in een aangename, comfortabele omgeving. Iedereen heeft recht om binnen de vijfminuten – wandelen, niet per auto - publiek groen te hebben. En dat is meer dan een “pelouseke”. Dat betekent ook verkeers- en parkeermaatregelen durven treffen. We hebben de publieke ruimte laten innemen door de rijdende en stilstaande auto. Een schrale, dode, oncomfortabele publieke ruimte is het resultaat. Logisch dat mensen in hun auto stappen om naar een park of natuurgebied te rijden om zichzelf en hun hond uit te laten.
Tot zover enkele lessen die ik geleerd heb na twee weken corona. Ongetwijfeld wordt het nog boeiend in de komende periode. Ik ben een optimist van aard, maar ik ben bang. Niet voor het coronavirus. Maar voor de virale terugslag na de crisis. Waardoor ons denken en doen verder verwijderd gaan zijn van duurzame ontwikkeling dan ooit. Ik hoop dat ik mij grondig vergis. Maar dan moet corona ons geheugen hebben aangescherpt.
Willy Miermans, 26 maart 2020
Volg professor Miermans op Twitter.
Foto bij artikel: Twitterpagina Willy Miermans