Op de campus van de Universiteit Hasselt in Diepenbeek ligt een voor veel mensen (nog) onbekend klein museum. Het orgaanmuseum
Een museum dat geen kunstwerken of oude voorwerpen toont, maar wel organen. Je leest het goed. In het orgaanmuseum staan 250 weckpotten met daarin meer dan 200 normale en door ziektes aangetaste organen. Ook misvormde foetussen krijgen er een plaats.
Dokter Johan Van Robays werkte meer dan 40 jaar als patholoog-anatoom, hoofdzakelijk in het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk. Op vraag van collega’s onderzocht hij er bijvoorbeeld of tumoren goed- of kwaadaardig zijn. Vanuit zijn fascinatie voor het menselijke lichaam begon dokter Van Robays organen te fotograferen en te bewaren. “Ik vond dat esthetisch mooi, al die organen en tumoren. Daarom heb ik mijn vak ook altijd graag gedaan”, vertelt hij.
Maar ook didactisch herbergt het museum een schat aan informatie voor verplegers en artsen in opleiding. En niet alleen voor hen. Iedereen kan wel iets leren in het orgaanmuseum. Je krijgt een idee over hoe je lichaam er vanbinnen uitziet. En wat er gebeurt met je organen als je er een ongezonde levensstijl op nahoudt.
“Mensen zijn altijd verwonderd over hoe klein een baarmoeder is”
Welke zijn de twee meest markante stukken uit zijn collectie?
Dokter Van Robays aarzelt niet. Een cyste van de eierstok met huid en haren is op zijn minst bizar te noemen. Maar wat denk je van een foetus met maar één oog? “Een cycloop of eenogige is geen mythologische figuur. Zo’n kinderen zijn levensvatbaar. Het is zeldzaam, maar ooit liepen er echt zo rond.”
Gelukkig is dat verleden tijd. Door de betere testen en screenings ontdekken we ziektes en misvormingen nu veel sneller dan vroeger. In het museum kan je die maatschappelijke evolutie zien. Zo zie je er tumoren in de teelbal van de jaren 60’ tot 2000. Wat opvalt, is dat de diameter van de tumoren steeds kleiner wordt. Vijftig jaar geleden was er nog veel schaamte, en weinig controle. Mensen liepen lang rond met een tumor en verborgen dit. Tegenwoordig merken we door verplichte schoolonderzoeken en sensibilisering tumoren sneller op, en sturen we patiënten sneller door.
Ook de foetussen in de kast dateren uit een andere tijd. De foetussen die hier staan zijn nooit geregistreerd. “We deden er onderzoek op, maar de ouders vroegen ze nooit terug”, vertelt dokter Van Robays. “Eigenlijk bestaan ze niet eens officieel.” Nu is dat ondenkbaar. Het is verplicht om kinderen, en ook foetussen, te registreren en je kan ze een naam geven.
Misschien zijn er ziektes en misvormingen verdwenen. Zullen er in de loop van de tijd nieuwe ziektebeelden bijkomen? Zal de milieuvervuiling zijn sporen nalaten in ons lichaam? Of misschien veroorzaken nieuwe insecten nieuwe ziektes, door de opwarming van de aarde? Vragen die we hier niet beantwoord krijgen. Dat zal de toekomst moeten uitwijzen.