Babbel met Geert Rogiers
Mensen met psychische problemen leggen vaak een lange weg af voor ze de juiste hulp vinden. Want de geestelijke gezondheidszorg is een doolhof waarin je snel verdwaalt. Geert Rogiers is stafmedewerker bij het Vlaams Overlegplatform Geestelijke Gezondheid en coördinator van de Herstelacademie Limburg. Hij vertelt over de juiste hulp vinden, hoe moeilijk dat is, en hoe je anderen kan helpen om hun weg te zoeken in het doolhof.
Geert, hoe gaat het met de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen? Is er de laatste tien jaar veel veranderd?
Geestelijke gezondheid komt vaker in de aandacht door initiatieven als de Rode Neuzendag en ‘Te Gek!?’. Ook bekende personen komen er meer en meer openlijk voor uit als ze psychisch kwetsbaar zijn. Dat maakt het onderwerp bespreekbaarder. Maar toch blijft open communiceren moeilijk voor de Vlaming. Moeilijker dan voor bijvoorbeeld Nederlanders. Als je een Vlaming vraagt hoe het met hem gaat, zegt hij altijd: “goed”, ook al is dat eigenlijk niet zo. Tegelijk is het leven vandaag complexer en intenser dan vroeger. We gaan met twee werken om een inkomen te hebben voor ons gezin, er is veel prestatiedruk, we willen altijd meer. Mensen hebben steeds meer stress. Ik zie dat stress-gerelateerde psychische problemen toenemen: burn-out, suïcide, … We scoren niet goed in België. Ik denk, enerzijds omdat we nogal gesloten zijn als volk. En anderzijds omdat we een heel prestatiegerichte maatschappij hebben.
Welk effect heeft dat op de geestelijke gezondheidszorg? Moeten jullie nu anders werken?
Vroeger had een therapeut een kantoortje en moest je als patiënt zelf naar hem toe gaan. Dat was niet ideaal. Want de beste zorg is: mensen in hun eigen omgeving ondersteunen in de problemen die ze daar ervaren. Vandaag gaan hulpverleners terug meer naar de mensen zelf. Zo is de afstand tot geestelijke gezondheidszorg kleiner. Een andere positieve evolutie is: we zetten meer ervaringsdeskundigen in. Zij hebben zelf ervaring met kwetsbaarheid en hebben een herstelproces doorgemaakt. Hun ervaringen zijn herkenbaar voor mensen met psychische problemen, en hun herstel geeft anderen veel hoop. Vroeger was dat ‘not done’, mensen inzetten die niet professioneel zijn. Terwijl ervaringsdeskundigen, door hun persoonlijke ervaring, net een meerwaarde zijn.
Jij werkt voor de Limburgse Herstelacademie. Wat is er bijzonder aan de geestelijke gezondheidszorg in Limburg?
Op de een of andere manier is er dat ‘Limburggevoel’. Limburg komt vaak als één geheel naar voren. Eén Vormingplus in Limburg, één Herstelacademie, … We voelen dat het beter is dat we alles op provinciale schaal organiseren. Andere provincies hebben voor eenzelfde probleem meerdere organisaties. Het geeft aan hoe Limburgers kijken naar samenwerking. Daarin zijn we een voorbeeld voor Vlaanderen. We werken samen om nieuwe initiatieven te starten en kennis te delen. Dat leidt tot mooie resultaten, zoals het Peer Support Point. Dat is een pilootproject vanuit geestelijke gezondheid en armoede. Verschillende organisaties werken samen om een buurtwerking op te zetten waarbij mensen elkaar kunnen helpen.
Hoe vindt iemand met een psychisch probleem de juiste hulp?
Dat is niet zo gemakkelijk. Iemand die hulp zoekt voelt zich vaak overspoeld. Hij ziet zelf niet helder waar het probleem ligt. Hij heeft een klacht, maar de klacht op zich is niet het probleem. Bijvoorbeeld: je gaat naar je huisarts omdat je niet kan slapen. De huisarts verwijst je door naar het slaaplabo voor onderzoek. Maar het kan zijn dat je veel stress ervaart en eigenlijk richting burn-out gaat. Dan moet je niet alleen het slapen onderzoeken, maar de hele context. Psychische problemen zijn vaak complex, een combinatie van verschillende zaken. Niet slapen, moeite met werken, spanningen in de thuissituatie, … Mensen hebben bij aanvang vaak nog geen juist beeld van hun probleem. De juiste hulp is: het ondersteunen van de persoon in zijn herstelproces. Maar waarop eerst focussen?
Doorverwijzen is een ander probleem. Mensen gaan meestal eerst naar de huisarts. Die heeft meestal een gerichte manier van werken: observeren, diagnose stellen, behandelen. Meer kan hij ook niet doen tijdens een consultatie van vijftien minuten. Dus verwijst hij door. Als patiënt volg je de voorgeschreven behandeling van de huisarts, want je weet niet beter. Maar is dat dan de juiste hulp, en voelt dat zo aan voor jou? En het is niet enkel de vraag “Wat is de juiste hulp?” Maar ook: wat zijn de plek en persoon waar jij je goed voelt? Dat is niet noodzakelijk een hulpverlener. Het kan ook hulp van iemand uit de buurt zijn, of praten met lotgenoten. We denken te vaak dat er voor elk probleem een hulpverlener moet zijn om het op te lossen. Dat is niet altijd de zorg die iemand nodig heeft.
Hoe kan dat beter? Wat is dan wel goede zorg?
Elke vraag naar hulp is een zeer specifieke en persoonlijke vraag. Het herstel-gedachtengoed wil mensen versterken om zelf keuzes te maken. Ga aan de slag met wat iemand wel nog kan, en probeer hem zo omhoog te duwen. Dan kan hij vanuit die kracht het probleem verder aanpakken. Via professionele hulp, praatgroepen, ervaringsdeskundigen of andere initiatieven. Die manier van denken, dat je als hulpverlener mensen ondersteunt om zelf hun weg, hun kracht en hun oplossing te vinden, is nog niet voldoende geïntegreerd in de hulpverlening.
De geestelijke gezondheidszorg moet groeien in betrokken hulpverlening. De hulpverlening betrekt de naasten van een psychisch kwetsbare persoon te weinig. Familie, de huisarts, een straathoekwerker, … personen die hij vertrouwt. De omgeving heeft vaak jaren zijn zorgen mee gedragen, en gaat dat in de toekomst nog doen. Je helpt een kwetsbare persoon nog beter door ook zijn omgeving te helpen. Door ervoor te zorgen dat zij hem in de toekomst kunnen blijven ondersteunen.
Wat doe je als iemand geen hulp wil?
Er is zo’n twintig procent ‘zorgmijders’. Mensen die niet op zoek gaan naar hulp omdat ze bijvoorbeeld bang zijn voor medicatie, hun probleem niet zien, … Dat is een moeilijk doelgroep. Ervaringsdeskundigen kunnen zorgmijders vaak wel op weg helpen. Ze weten wat hulpverleners doen, maar hebben door hun persoonlijke aanpak en verhaal wel een grotere mate van herkenbaarheid. Daardoor nemen mensen soms sneller iets van hen aan dan van hulpverleners.