Een globaal probleem vraagt om globale oplossingen
Corona heeft ons allemaal te pakken gekregen. De samenleving is in een mum van tijd grondig door mekaar geschud. Onze levens zien er compleet anders uit dan een maand geleden.
We plooien terug op onszelf, op ons gezin. De weinige echte contacten die nu hebben, beperken zich tot de buurman op straat als je de krant uit de brievenbus haalt of de bakker.
Maar ook de maatschappij plooit terug op zichzelf. De grenzen werden afgesloten. Winkelen doe je bij de dichtsbijgelegen supermarkt. In een grensgebied is plots je geliefde bakker niet meer bereikbaar. Dranghekken en betonblokken aan de grens moeten ons tegenhouden, en het besmettelijke virus een halt toeroepen.
Het virus maakt ons angstig en we zijn geneigd bescherming en veiligheid te zoeken binnen onze eigen landsgrenzen. Donald Trump kon niet snel genoeg zijn om van een Chinees virus te spreken: de vijand komt van buitenaf en daartegen moeten we ons beschermen.
België zorgt voor zijn landgenoten, Vlaanderen voor de Vlamingen. En laat ons eerlijk zijn: op dit moment zijn we blij dat we in een land wonen met een sterke sociale zekerheid waar de gezondheidszorg bij één van de beste ter wereld behoort. We hebben allemaal al opgelucht gedacht dat we blij zijn om nu niet in New York of Spanje te wonen.
De roep om lokaal te kopen klinkt steeds luider. We willen solidair zijn met onze handelaars die het in deze tijden zeer moeilijk hebben. En we kunnen er alleen maar blij mee zijn. Dat mensen bewust hun boeken niet online bestellen via Bol.com maar via de plaatselijke boekhandel die creatief op zoek gaat naar manieren om zijn producten toch nog aan de man te krijgen. We juichen toe dat de hoevewinkel en daarbij de korte-keten-verkoop wel vaart bij deze crisis. Groenten en fruit van bij de boer dicht bij huis waren nog nooit zo populair.
Maar toch. Kunnen we ook stilstaan bij de Indische textielarbeider die werkloos is, nu heel de textielindustrie stil ligt? En die geen recht heeft op een uitkering of kan terugvallen op een premie. Die vaak zelfs geen kot heeft om in te blijven.
Laat ons solidair zijn met de Vlaamse aspergeboer die geen arbeiders vindt om zijn witte goud te oogsten. Maar laat ons ook denken aan de Poolse mannen en vrouwen die zich gereed maakten om enkele maanden in de landbouwsector te komen werken en die dat nu niet kunnen en daardoor geen inkomen hebben de volgende maanden.
Een pandemie zoals Covid-19 treft ons allemaal. Wereldwijd. Een globaal probleem vraagt om globale oplossingen. We rekenen op sterke Europese leiders, die ook de zwaarder getroffen landen willen ondersteunen. Het is een illusie te geloven dat één land alleen de gevolgen zal kunnen dragen.
Burgers blijven wereldwijd massaal thuis uit solidariteit voor mekaar en de kwetsbaren onder ons. Is het dan te veel gevraagd aan onze politieke leiders om solidair te zijn met landen die ook wat kwetsbaarder zijn? Samen vechten we tegen Corona.